La notion d’«infractions indissociablement liées» devrait être appréciée à la lumière de la jurisprudence pertinente qui, aux fins de l’application du principe ne bis in idem, retient comme critère pertinent l’identité des faits matériels (ou des faits qui sont en substance les mêmes), compris comme l’existence d’un ensemble de circonstances concrètes indissociablement liées entre elles dans le temps et l’espace.
De term „onlosmakelijk verbonden strafbare feiten” dient te worden bezien in het licht van de desbetreffende rechtspraak, die de gelijkheid van de materiële feiten (of feiten die in substantie dezelfde zijn), uitlegt in de zin van het bestaan van een reeks concrete omstandigheden die naar tijd en plaats onlosmakelijk zijn verbonden, beschouwt als een relevant criterium voor de toepassing van het beginsel ne bis in idem