« Art. 11. Le plan d'entreprise à l'établissement, visé à l'article 10, doit démontrer que l'agriculteur s'installe sur une exploitation agricole ayant une sécurité d'exploitation suffisante et une dimension économique suffisante, qui remplit les normes légales au niveau de l'environnement, de l'hygiène, du bien-être des animaux et de l'aménagement du territoire.
« Art. 11. In het bedrijfsplan bij vestiging, vermeld in artikel 10, moet worden aangetoond dat de landbouwer zich vestigt op een landbouwbedrijf met voldoende bedrijfszekerheid en een voldoende economische bedrijfsomvang dat voldoet aan de wettelijke normen inzake leefmilieu, hygiëne, dierenwelzijn en ruimtelijke ordening.