Le deuxième groupe est chargé d'évaluer la motivation du candidat, la perception qu'il a de sa carrière professionnelle future ainsi que ses aptitudes à exercer la fonction de magistrat (notamment : intégrité, esprit de décision et de synthèse, collégialité et esprit d'équipe, empathie et sociabilité, maîtrise de soi, ouverture d'esprit, engagement, qualité d'expression, faculté d'adaptation, sens de l'organisation...).
Een tweede groep wordt belast met het toetsen van de motivatie van de kandidaat, van de wijze waarop hij zijn toekomstige beroepsloopbaan ziet en van zijn vaardigheden om de functie van magistraat uit te oefenen (onder meer integriteit, besluitvaardigheid en zin voor synthese, collegialiteit en teamgeest, empathisch vermogen en sociale vaardigheid, zelfbeheersing, openheid van geest, engagement, uitdrukkingsvaardigheid, aanpassingsvermogen, zin voor organisatie ...).