L'examen du premier moyen a fait apparaître que le législateur a interdit la publicité pour les actes de chirurgie esthétique ou de médecine esthétique non chirurgicale sans en excepter les actes accomplis par les dentistes, de sorte que la différence de traitement alléguée n'existe pas.
Uit het onderzoek van het eerste middel is gebleken dat de wetgever de reclame voor esthetische heelkundige of niet-heelkundige esthetisch-geneeskundige ingrepen heeft verboden, zonder de tandartsen die dergelijke ingrepen verrichten daarvan uit te zonderen, zodat het aangevoerde verschil in behandeling niet bestaat.