Vu l'urgence motivée par le fait que le décret du 27 mars 2003 décidant d'assur
er le service de la redevance radio et télévision visée à l'article 3, alinéa 1, 9°, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 de financement des Communautés et des Régions et modifiant la loi du 13 juillet 1987 relative aux redevances radio et télévision revoit fondamentalement la procédure applicable en matière d'établissement, de recouvrement et de réclamation concernant les redevances radio et télévision, les nouvelles règles s'appliquant déjà aux
redevances qui sont dues pour ...[+++] la période imposable commençant le 1 avril 2003; qu'il s'avère, dans ce cadre, indispensable,
pour la mise en oeuvre des nouvelles procédures de taxation et de réclamation, de fixer sans délai le contenu des invitations à payer qui doivent, d'ici leur date limite d'envoi, être imprimées dans le respect des règles prévues par le présent arrêté; que, par ailleurs, afin que la réforme voulue par le décret précité puisse sortir ses effets
pour la période imposable qui commence le 1 avril 2003, il convient que le Gouvernement désigne le service administratif compétent en matière de redevances radio et télévision, les fonctionnaires qui seront habilités à former les rôles et à les rendre exécutoires ainsi que les fonctionnaires compétents
pour statuer sur les récl
amations et sur les demandes de dégrèvement ou de remises des amendes administratives; qu'à défaut d'adopter les mesures prévues au présent arrêté dans les délais les plus brefs, l'établissement et la récupération des redevances dues
pour la période imposable début
ant le 1 avril 2003 seraient mis en péril; Gelet op de dringende noodzake
lijkheid, ingegeven door het feit dat het decreet van 27 maart 2003 waarbij beslist wordt in de dienstverlening te voorzien inzake het kijk- en luistergeld bedoeld in artikel 3, eerste lid, 9°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten en tot wijziging van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld de procedure voor de vestiging, de in
vordering van en de bezwaren tegen het kijk- en luistergeld diepgaand wijzigt, waarbij de
...[+++]nieuwe regels reeds gelden voor de kijk- en luistergeldbedragen die verschuldigd zijn voor het belastbare tijdperk dat op 1 april 2003 ingaat; dat in die context blijkt dat het voor de uitvoering van de nieuwe belasting- en bezwaarprocedures onontbeerlijk is om onverwijld de inhoud van de uitnodigingen tot betaling vast te stellen, die tegen de uiterste verzenddatum gedrukt dienen te worden met naleving van de regels waarin dit besluit voorziet; dat de Regering overigens, wil de in bedoeld decreet voorgestelde hervorming ingang hebben voor het belastbare tijdperk dat op 1 april 2003 ingaat, de bestuursdienst dient aan te wijzen die bevoegd is inzake kijk- en luistergeld, evenals de ambtenaren die gemachtigd zijn om de kohieren op te stellen en ze uitvoerbaar te verklaren en de ambtenaren die bevoegd zijn om te beslissen over de bezwaren en over de verzoeken tot ontheffing of tot kwijtschelding van administratieve geldboetes; dat, indien de maatregelen waarin dit besluit voorziet, niet zo spoedig mogelijk aangenomen zouden worden, de heffing en de terugvordering verschuldigd voor het belastbare tijdperk dat ingaat op 1 april 2003, in gevaar zouden worden gebracht;