1. Chacune des parties contractantes, sur demande de l'autre, autorise le transit sur son territoire des ressortissants d'États tiers qui font l'objet d'une décision d'éloignement ou de refus d'entrée sur son territoire prise par la Partie contractante requérante, à condition que le transit à travers d'éventuels États tiers et que la réadmission par l'État de destination soient assurés.
1. Elk der Overeenkomstsluitende Partijen staat op verzoek van de andere de doorgeleiding toe over haar grondgebied van onderdanen van een derde Staat waartegen door de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij een besluit tot verwijdering of weigering van binnenkomst op haar grondgebied is genomen op voorwaarde dat de doorgeleiding langs eventuele derde Staten en de overname door de aangezochte Staat van bestemming verzekerd zijn.