L’avis favorable visé à l’alinéa 3 vaut comme un avis favorable visé à l’article 21, alinéas 1 et 3, 1·, pour autant que l’utilisation secondaire visée en matière de recherche scientifique relève des objectifs, finalités et activités de la biobanque concernée auxquels se rapporte l’avis visé à l’alinéa 4.
Het in het derde lid bedoeld gunstig advies geldt als een in artikel 21, eerste lid, en derde lid, 1·, bedoeld gunstig advies voor zover het beoogde secundair gebruik inzake wetenschappelijk onderzoek ressorteert onder de doelstellingen, finaliteiten en activiteiten van de betrokken biobank waarop het in het vierde lid bedoeld advies betrekking heeft.