Réponse : Les questions de l'honorable membre concernent manifestement le calcul de l'avantage de toute nature imposable qui résulte d'un prêt hypothécaire consenti s
ans intérêt ou à un taux d'intérêt réduit à des membres du personnel (article 18, § 3, 1, b , de l'arrêté royal d'exécution du Code des impôts sur les revenus 1992) et les avantages fiscaux qui sont liés à l'amortissement ou à la reconstitution d'un emprunt hypothécaire et à la déduction complémentaire
d'intérêts, lorsqu'un prêt hypothécaire est consent
i au taux ...[+++] normal du marché à des membres du personnel.
Antwoord : De vragen van het geachte lid hebben blijkbaar betrekking op de berekening van het belastbaar voordeel van alle aard dat volgt uit een hypothecaire lening die renteloos of tegen verminderde rentevoet aan personeelsleden is toegestaan (artikel 18, § 3, 1, b) , van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992) en op de belastingvoordelen die verbonden zijn aan de aflossing of de wedersamenstelling van een hypothecaire lening en de bijkomende interestaftrek, wanneer aan de personeelsleden een hypothecaire lening tegen normale marktrentevoet wordt toegestaan.