Le Roi, par arrêté pris sur avis de la CBFA, détermine les obligations et interdictions auxquelles sont soumis les organismes de placement collectif et les tiers visés à l'article 41, § 1, qui se sont vus confier l'exercice de la fonction de gestion visée à l'article 3, 9º, c), en matière d'émission et d'offre publique de titres d'organismes de placement collectif et, notamment :
De Koning bepaalt, bij besluit genomen na advies van de CBFA, welke verplichtingen en verbodsbepalingen gelden voor de instellingen voor collectieve beleggingen en de derden als bedoeld in artikel 41, § 1, die zijn belast met de uitoefening van de beheertaak als bedoeld in artikel 3, 9º, c), met betrekking tot de uitgifte en de openbare aanbieding van rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging, en inzonderheid :