Considérant que les contestations éventuelles entre l'établissement de crédit, la société de bourse ou l'entreprise d'assurance et la personne qui a introduit sa déclaration, relatives à la r
ecevabilité ou à la validité des preuves soumises dans le cadre de l'article 11, § 6, de la loi du 31 décembre 2003 instaur
ant une déclaration libératoire unique, doivent être soumises par requête au collège spécial par la personne qui a introduit une déclaration libératoire unique, son représentant légal ou son ayant droit, dans les soixante jour
...[+++]s et avant le 1 juillet 2008;
Overwegende dat de eventuele betwistingen tussen de kredietinstelling, de beursvennootschap of de verzekeringsonderneming en de indiener van de aangifte betreffende de aanvaardbaarheid of geldigheid van de bewijzen die in het kader van artikel 11, § 6, van de wet van 31 december 2003 houdende invoering van een eenmalige bevrijdende aangifte, op verzoek van de indiener van een eenmalige bevrijdende aangifte, zijn wettelijke vertegenwoordiger of zijn rechthebbende binnen de zestig dagen en vóór 1 juli 2008 aan een bijzonder college moeten worden voorgelegd;