3. Pour les inventions faites dans ou sur un élément de vol de la Station spatiale par une personne qui n'est pas ressortissante d'un État partenaire ou qui n'y réside pas, celui-ci n'applique pas sa législation en matière de secret de l'invention, dans la mesure ou ceci empêcherait (par exemple en imposant un délai ou en exigeant une autorisation préalable) le dépôt d'une demande de brevet dans un autre État parte
naire qui assure la protection du secret des demandes de brevet contenant des informations classifiées ou autrement protégées à d
es fins de ...[+++] sécurité nationale.
3. Een Deelnemende Staat past ten aanzien van een uitvinding die wordt gedaan in of op een vluchtelement van het ruimtestation door een persoon die niet zijn onderdaan of ingezetene is, zijn wetgeving inzake de geheimhouding van uitvindingen niet toe om te voorkomen (bijvoorbeeld door een termijn op te leggen of voorafgaande toestemming te eisen) dat een octrooiaanvraag wordt ingediend in een andere Deelnemende Staat die de geheimhouding van octrooiaanvragen die gerubriceerde of anderszins met het oog op de nationale veiligheid beschermde gegevens bevatten, beschermt.