"Art. 843. § 1. Sans préjudice des articles 858bis, § 2, et 1100/7, tout héritier en ligne directe descendante venant à succession, même s'il accepte sous bénéfice d'inventaire, doit rapporter à ses cohéritiers tout ce qu'il a reçu du défunt, par donation entre vifs ou par testament, directement ou indirectement, à moins que les dons et legs aient été faits, de manière certaine, par préciput et hors part ou avec dispense de rapport.
"Art. 843. § 1. Onverminderd de artikelen 858bis, § 2, en 1100/7, moet iedere erfgenaam in rechte nederdalende lijn, die tot een nalatenschap komt, zelfs indien hij onder voorrecht van boedelbeschrijving aanvaardt, aan zijn mede-erfgenamen inbreng doen van al hetgeen hij van de overledene, bij schenking onder de levenden of bij testament, rechtstreeks of onrechtstreeks ontvangen heeft, tenzij de schenkingen en legaten op zekere wijze zijn gedaan bij vooruitmaking en buiten erfdeel of met vrijstelling van inbreng.