Le ministre souligne qu'il faut faire une distinction entre les employeurs dont le personnel n'entre en contact avec des mineurs d'âge que de manière occasionnelle, et dont l'activité principale ne concerne en rien la protection, l'éducation et l'encadrement de la jeunesse (par exemple, un commerce de détail ou une entreprise de transport en commun), et les employeurs dont la mission est précisément de fournir un accompagnement et une formation à des mineurs d'âge.
De minister wijst erop dat er een onderscheid moet worden gemaakt tussen werkgevers waarvan het personeel slechts occasioneel met minderjarigen in contact komt en waarvan de kernactiviteit niets met kinderbescherming, opvoeding en begeleiding van de jeugd te maken heeft (bijvoorbeeld een kleinhandel of een gemeenschappelijk vervoersbedrijf) en werkgevers wier opdracht er juist in bestaat minderjarigen op te leiden en te begeleiden.