2. Nonobstant les dispositions du paragraphe 1, un État membre peut, s'il en a fait au préalable la demande à la Commission au plus tard le 31 août 1999, continuer d'autoriser la commercialisation sur son territoire, jusqu'au 1er janvier 2003 au plus tard, de carburant diesel d'une teneur en soufre non conforme aux dispositions de l'annexe II relatives à la teneur en soufre, mais n'exc
édant pas la teneur actuelle s'il apporte la preuve que ses industries rencontreraient de graves difficultés pour réaliser les adaptations nécessaires de leur outil de production dans le délai compris entre la date d'adoption de la présente directive et le
...[+++]1er janvier 2000.2. Onverminderd de bepalingen van lid 1 kan een lidstaat op een uiterlijk 31 augustus 1999 bij de Commissie in te dienen verzoek toestemming krijgen om het in de handel brengen op zijn grondgebied van dieselbrandstof met een zwavelgehalte dat niet voldoet aan het bepaalde in bijlage II maar het huidige gehalte niet overschrijdt, uiterlijk tot 1 januari 2003 te blijven toestaan, indien die lidstaat kan aantonen dat de noodzakelijke aanpassingen van de productie-installaties in de periode tussen de datum van aanneming van deze richtlijn en 1 januari 2000 ernstige moeilijkheden zouden opleveren voor zijn industrieën.