Un des raisonnements possibles mène par conséquent à penser que, sur la base du précédent de 1958, la proposition actuelle de la Commission devrait être adoptée sur la base de la théorie de la "compétence implicite", mais en utilisant ce qui est aujourd'hui la procédure décisionnelle prédominante, à savoir la procédure législative ordinaire.
Men zou derhalve kunnen redeneren dat op grond van dit precedent uit 1958 het onderhavige Commissievoorstel aangenomen zou moeten worden op basis van de theorie van de impliciete bevoegdheid, maar nu met gebruikmaking van de huidige besluitvormingsprocedure, te weten de gewone wetgevingsprocedure.