Affirmer constitutionnellement la neutralité et l'impartialité de l'État, en sus des libertés et des droits que la Constitution attribue aux citoyens belges (par exemple, à l'article 10, l'égalité des femmes et des hommes), c'est affirmer, sans aucune ambigüité possible la séparation, la non-ingérence réciproque, de l'État et des religions et morales reconnues et représentées sur le territoire national.
De grondwettelijke bevestiging van de neutraliteit en de onpartijdigheid van de Staat, bovenop die van de vrijheden en de rechten die de Grondwet de Belgische burgers toekent (bijvoorbeeld in artikel 10 de gelijkheid van vrouwen en mannen) betekent zonder enige mogelijke vorm van dubbelzinnigheid de bevestiging van de scheiding, de wederzijdse niet-inmenging van de Staat enerzijds en de godsdiensten en levensbeschouwingen die erkend en vertegenwoordigd zijn op het nationale grondgebied anderzijds.