Le Ministre fixe les modalités relatives à l'affiliation, la notion d'emploi, la qualité d'assuré social belge et la preuve y afférente, et la qualité de la personne habitant en région française ou germanophone de la Belgique, et qui a fait appel à son droit de libre circulation ou à la liberté d'établissement, et la preuve y afférente.
De minister bepaalt de nadere regels voor de aansluiting, het begrip tewerkstelling, de hoedanigheid van Belgische sociaal verzekerde en het bewijs ervan, en de hoedanigheid van de persoon die in het Franse of het Duitse taalgebied van België woont, en die gebruikgemaakt heeft van zijn recht op vrij verkeer of van de vrijheid van vestiging, en het bewijs ervan.