10. rappelle que, dans sa proposition de 2008 établissant un cadre communautaire pour la sûreté des installations nucléair
es, la Commission a manqué une occasion évidente de proposer l'adoption de normes communes garantissant un niveau élevé de sûreté nucléaire; rappelle que cette proposition relevait du traité Euratom en vertu duquel le Parlement européen ne dispose d'aucun pouvoir de codécision législative; déplore que les inst
itutions de l'Union aient à l'époque rejeté des normes contraignantes de sûreté; déplore en outre que le
...[+++]s États membres n'aient même pas tenu compte de l'avis du Parlement européen d'avril 2009, préconisant de faire des principes de sûreté de l'AIEA une exigence légale plutôt que volontaire; 10. herinnert eraan dat de Commissie in haar voorstel uit 2008 tot vaststelling van een communautair kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties een duidelijke kans voor de vaststelling van gemeenschappelijke normen ter waarborging van een hoog niveau van nucleaire veiligheid heeft laten liggen; herinnert eraan dat dit voorstel onder het Euratom-Verdrag viel, op grond waarvan het
Europees Parlement niet bevoegd is om als medewetgever op te treden; betreurt het feit dat de EU-instellingen toentertijd bindende veiligheidsnormen van de hand wezen; betreurt het eveneens dat de lidstaten zelfs geen rekening hielden met het advi
...[+++]es van het Europees Parlement van april 2009 door de veiligheidsbeginselen van de IAEA slechts de status van een vrijwillig aangegane verplichting te geven en ze niet wettelijk bindend te maken;