Art. 23. Les sommes indûment payées par la Division des Allocations d'études restent définitivement reçues par les étudiants pour autant qu'ils ne les aient pas obtenues frauduleusement ou par des déclarations sciemment incomplètes, si le remboursement n'est pas demandé dans un délai de cinq ans à compter du 1 janvier de l'année budgétaire à laquelle la dépense est imputée.
Art. 23. Sommen die onverschuldigd werden uitbetaald door de afdeling voor studietoelagen, zijn voorgoed verkregen door diegenen die ze hebben ontvangen, tenminste indien zij die niet door bedrieglijke handelingen hebben verkregen of door valse of wetens en willens onvolledige verklaringen, wanneer de terugbetaling daarvan niet gevraagd wordt binnen een termijn van vijf jaar te rekenen van 1 januari van het begrotingsjaar waarop de uitgave is aangerekend.