Lorsque l’appareil transporte plus de 6 personnes, le pilote commandant de bord d’un ballon survolant une étendue d’eau détermine les chances de survie des occupants du ballon en cas d’amerrissage et transporte à bord dans ce cas un émetteur de localisation d’urgence (ELT) capable d’émettre simultanément sur les fréquences de 121,5 MHz et 406 MHz.
Wanneer hij meer dan 6 personen vervoert, bepaalt de gezagvoerder van een luchtballon waarmee vluchten boven water worden uitgevoerd, de risico’s voor de inzittenden van de luchtballon in geval van een noodlanding op het water. Op basis daarvan beslist hij/zij tot het meevoeren van een plaatsaanduidende noodzender (ELT) die tegelijkertijd op 121,5 MHz en 406 MHz kan uitzenden.