1° appareils domestiques : toutes machines, parties de machines ou installations fabriquées principalement pour être utilisés à l'intérieur de l'habitation, y compris les caves, garages et autres dépendances et notamment les appareils domestiques d'entretien, de nettoyage, de préparation et de conservation des aliments, de production et de diffusion de calories et de frigories, de conditionnement d'air et d'autres appareils utilisés à des fins non professionnelles;
1° huishoudelijke apparaten : alle machines, onderdelen van machines of installaties, die zijn gefabriceerd om voornamelijk te worden gebruikt binnen de woning met inbegrip van kelders, garages en andere bijgebouwen, en met name huishoudelijke apparaten voor onderhoud, schoonmaak, bereiding en conservering van levensmiddelen, productie en verspreiding van calorieën en frigorieën, klimaat regeling en andere apparaten die voor niet- professionele doeleinden worden gebruikt;