[.] Si le législateur choisit de permettre l'adoption aux couples homosexuels, il doit alors, toujours conformément aux critères généraux d'appréciation de la compatibilité des règles de droit avec les principes d'égalité et de non-discrimination, être en mesure de justifier que l'identité de traitement applicable à des situations différentes est raisonnablement justifiée, dans le respect du principe de proportionnalité [.], en ayant égard tout spécialement à l'intérêt de l'enfant [.].
Als de wetgever ervoor opteert adoptie door homoseksuele paren mogelijk te maken, moet hij, nog steeds overeenkomstig de algemene criteria voor de beoordeling van de verenigbaarheid van de rechtsregels met het gelijkheidsbeginsel en het beginsel van niet-discriminatie, in staat zijn om aan te tonen dat voor de gelijke behandeling die op verschillende situaties van toepassing is een redelijke verantwoording bestaat, met naleving van het proportionaliteitsbeginsel, waarbij heel in het bijzonder aandacht wordt besteed aan het belang van het kind (...).