1. au 1º, les termes « après l'audience d'introduction visée à l'article 1258 du Code judiciaire et lorsqu'un procès-verbal de conciliation n'a pas été établi, ou après l'ordonnance du président siégeant en référé et autorisant les époux à résider séparément, ou après la déclaration prévue à l'article 1289 du même Code », sont remplacés par les termes: « après le dépôt de la requête en divorce ».
1. in het punt 1º worden de woorden « na de inleidingszitting bedoeld in artikel 1258 van het Gerechtelijk Wetboek en geen proces-verbaal van verzoening is opgemaakt, of na de beschikking van de voorzitter zitting houdend in kort geding, waarbij de echtgenoten gemachtigd worden een afzonderlijke verblijfplaats te betrekken, of na de verklaring bedoeld in artikel 1289 van hetzelfde Wetboek, » vervangen door de woorden « na de indiening van het verzoekschrift tot echtscheiding »;