1. Lorsque après le lancement d'une procédure de recherche et avant que le délai cité à l'article 116, paragraphe 1, point c), soit écoulé, la preuve du lieu où se sont produits les faits ayant fait naître la dette est apportée par tout moyen aux autorités compétentes du pays de départ, ci-après appelées “autorités requérantes”, et pour autant que ce lieu soit situé dans une autre partie contractante, elles adressent sans délai toutes les informations disponibles aux autorités compétentes pour ce lieu, ci-après appelées “autorités requises”.
1. Wanneer na de inleiding van een nasporingsprocedure en vóór het verstrijken van de in artikel 116, lid 1, onder c), genoemde termijn de bevoegde autoriteiten van het land van vertrek, hierna „verzoekende autoriteiten” genoemd, door ongeacht welk middel het bewijs verkrijgen van de plaats waar de feiten zich hebben voorgedaan die tot het ontstaan van de schuld hebben geleid, en voor zover deze plaats zich bevindt in een andere overeenkomstsluitende partij, zenden zij onverwijld alle beschikbare gegevens toe aan de autoriteiten die voor die plaats bevoegd zijn, hierna „aangezochte autoriteiten” genoemd.