Art. 73. § 1. Toute action judiciaire de l'adjudicataire, fondée sur les faits ou circonstances visés aux articles 54 à 56, doit, sous peine de forclusion, avoir été précédée d'une dénonciation et d'une demande établies par écrit dans les délais prévus aux articles 50, 52 ou 53.
Art. 73. § 1. Elke rechtsvordering van de opdrachtnemer die steunt op de in de artikelen 54 tot 56 bedoelde feiten of omstandigheden, moet op straffe van rechtsverval binnen de termijnen bepaald in de artikelen 50, 52 of 53 voorafgaandelijk schriftelijk worden bekendgemaakt en het voorwerp uitmaken van een schriftelijke aanvraag.