le domaine institutionnel, dont relèvent : la déclaration de révision de la Constitution et la révision de la Constitution (1º); les lois à majorité spéciale (4º); les matières qui doivent être réglées par les deux Chambres législatives en vertu de la Constitution, notamment en ce qui concerne la monarchie (2º), certains aspects de la législation relative au fonctionnement des Chambres législatives (3º), entre autres, la répartition des membres du Parlement en gr
oupes linguistiques (art. 43 de la Constitution), le remplacement d'un membre du Parlement nommé membre du Gouvernement (art. 50 de la Constitution), l'élection et la désigna
...[+++]tion des sénateurs (art. 68 de la Constitution), la commission parlementaire de concertation (art. 82 de la Constitution); la législation relative aux communautés et aux régions, notamment leurs organes, leurs compétences et leur financement (3º); les dispositions législatives en matière de prévention (art. 141 de la Constitution) et de règlement (art. 142 de la Constitution) des conflits de compétence, ainsi qu'en matière de prévention et de règlement des conflits d'intérêt (art. 143 de la Constitution) (3º); les lois portant approbation d'accords de coopération (10º); certaines législations relatives aux administrations locales (3º); het institutionele domein, waartoe kunnen worden gerekend : de verklaring tot herziening van de Gondwet (1º); de bijzondere-meerderheidswetten (4º); de aangelegenheden die krachtens de Grondwet door beide Wetgevende Kamers dienen te worden geregeld, inzonderheid in verband met de monarchie (2º); sommige aspecten van de wetgeving met betrekking tot de werking van de Wetgevende Kamers (3º), onder meer de indeling van de parlementsleden in taalgroepen (artikel 43 van de Grondwet), de vervanging van een parlementslid dat tot regeringslid wordt benoemd (artikel 50 van de Grondwet), de verkiezing en de aanwijzing van de senatoren (artikel 68 van de Grondwet), de parlementaire overlegcommissie (artikel 82 van de Grondwet); de wetgeving met b
...[+++]etrekking tot de gemeenschappen en de gewesten, inzonderheid hun organen, hun bevoegdheden en hun financiering (3º); de wetgevende bepalingen inzake de voorkoming (artikel 141 van de Grondwet) en de regeling (artikel 142 van de Grondwet) van bevoegdheidsconflicten, en inzake de voorkoming en de regeling van belangenconflicten (artikel 143 van de Grondwet) (3º); de wetten tot goedkeuring van samenwerkingsakkoorden (10º); wetgeving inzake de plaatselijke besturen (3º);