49. estime que l'indépendance des services de prévention vis-à-vis de l'employeur doit être garantie; considère que pour la santé au travail, la veille, les alertes, l'expertise en matière de santé et les conseils avisés qui en découlent ne peuvent être assurés que par des professionnels de la santé indépendants; regrette que la gestion des services de santé au travail reste confiée, dans certains États membres, à des associations d'employeurs, à la fois juges et parties, dont l'assemblée générale est la réelle instance décisionnelle;
49. is van oordeel dat de onafhankelijkheid van de preventiediensten ten opzichte van de werkgever gewaarborgd moet zijn; is van oordeel dat ten aanzien van de gezondheid op het werk alleen onafhankelijke gezondheidsdeskundigen kunnen instaan voor het toezicht, de meldingen, de kennis over de gezondheid en de hieruit voortvloeiende weloverwogen adviezen; betreurt het feit dat het beheer van de arbeidsgezondheidsdiensten in sommige lidstaten in handen blijft van werkgeversverenigingen, die zowel rechter als partij zijn en waarvan de algehele vergadering de daadwerkelijke besluitvormingsinstantie is;