C. considérant que le "plan climat" européen adopté par le Conseil européen des 8 et 9 mars 2007 fixe les objectifs ambitieux de réduction de 20 % de consommation d’énergie, de 20 % d’économies en énergies fossiles et de 20 % d’approvisionnement en énergies renouvelables en 2020, et que ces objectifs ne peuvent être atteints sans une stratégie adaptée en conséquence aux transports urbains,
C. overwegende dat in het door de Europese Raad van 8 en 9 maart 2007 aangenomen Europese klimaatplan ambitieuze doelstellingen zijn vastgelegd, te weten een verlaging van het energiegebruik met 20 %, een vermindering van het aandeel energie uit fossiele brandstoffen met 20 % en een aandeel hernieuwbare energie van 20 % in 2020, en dat deze doelstellingen onhaalbaar zijn zonder een strategie die overeenkomstig deze doelstellingen is afgestemd op het stedelijk vervoer,