6° une attestation précisant que l'exercice de la profession n'a pas été interdit ni temporairement ni définitivement et qu'il n'existe aucune inscription dans l'extrait du casier judiciaire tel que visé à l'article 596, alinéa 2, du Code de procédure pénale ou dans tout autre certificat de bonnes vie et moeurs similaire.
6° een attest dat de uitoefening van het beroep niet tijdelijk of definitief verboden werd en dat het uittreksel uit het strafregister vermeld in artikel 596, tweede lid, van het Strafwetboek of een vergelijkbaar bewijs van goed gedrag geen vermeldingen bevat.