Les États membres peuvent arrêter des modalités pratiques relativement à l’exercice du droit d’accès à un avocat, par exemple en ce qui concerne la durée et la fréquence de la communication avec l’avocat et il peut donc exister certaines limites à l’exercice de ce droit, pour autant qu’elles ne portent pas atteinte à l’essence même de ce dernier.
Lidstaten kunnen praktische regelingen treffen met betrekking tot de uitoefening van het recht op toegang tot een advocaat, bijvoorbeeld wat betreft de duur en de frequentie van de communicatie met de advocaat, en de uitoefening van dat recht kan dus tot op zekere hoogte worden beperkt, mits deze beperkingen de essentie van dat recht onverlet laten.