Lorsque l'analyse d'au moins un des échantillons visés au paragraphe 1, 2°, révèle la présence de résidus de substances non autorisées, l'Agence procède au prélèvement d'échantillons sur l'ensemble des animaux suspects détenus dans la ou les exploitation(s) concernée(s).
Indien de analyse van ten minste één van de monsters als bedoeld in paragraaf 1, 2°, de aanwezigheid van niet-toegestane stoffen aantoont, gaat het Agentschap over tot de afname van monsters op alle verdachte dieren, gehouden in het betrokken bedrijf of de betrokken bedrijven.