8. reconnaît que l'accord préalable de tous les États de l'EEE et de l'AELE en ce qui concerne la détermination de la pertinence pour l'EEE est nécessaire et que des adaptations techniques peuvent être demandées avant l'incorporation; craint toutefois que les nombreuses demandes relatives à des adaptations et à des exceptions ne conduisent à des retards et ne fragmentent éventuellement le marché unique; demande instamment à ces pays de remédier à cette situation et de coopérer étroitement avec l'Union européenne afin de garantir des conditions égales pour tous au sein du marché unique élargi;
8. erkent dat voor de vaststelling van EER-relevantie voorafgaande instemming van alle EER/EVA-landen nodig is en dat er voor de opname van rechtshandelingen technische aanpassingen nodig kunnen zijn; vreest evenwel dat een groot aantal verzoeken om aanpassingen en uitzonderingen tot vertraging en mogelijk tot versnippering van de interne markt leidt; verzoekt de betrokken landen met klem deze situatie te verhelpen en nauw samen te werken met de EU om voor een gelijk speelveld in de uitgebreide interne markt te zorgen;