La Cour européenne des droits de l'homme a jugé que l'obligation d'adhérer à une organisation syndicale précise, peut, dans certaines circonstances, être contraire à l'article 11 de la Convention européenne des droits de l'homme, à savoir lorsque la contrainte affecte l'essence même de la lib
erté d'association, telle que celle-ci est garantie par cette di
sposition (CEDH, 20 avril 1993, Sibson c. Royaume-Uni, § 29; 30 juin
1993, Sigurour A. Sigurjónsson c. Islande, § 36; 25 avril 1996, Gustaf
...[+++]sson c. Suède, § 45; 11 janvier 2006, S°rensen et Rasmussen c. Danemark, § 54), de sorte que le droit de ne pas s'affilier à une association peut lui aussi être considéré comme inhérent à la liberté d'association (CEDH, Sigurour A. Sigurjónsson c. Islande, §§ 35 et 37; Sorensen et Rasmussen c. Danemark, § 54).Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft geoordeeld dat de verplichting om zich aan te sluiten bij een bepaalde vakvereniging, in bepaalde omstandigheden strijdig kan zijn met artikel 11 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, namelijk wanneer de dwang het wezen zelf van de vrijheid van vereniging aantast zoals die wordt gewaarborgd door die
bepaling (EHRM, 20 april 1993, Sibson t. Verenigd Koninkrijk, § 29; 30 juni
1993, Sigurour A. Sigurjónsson t. IJsland, § 36; 25 april 1996, Gustafsson t. Zweden, § 45; 11 januari 2006, S°rensen en Rasmussen t. Denemarken, § 54), zod
...[+++]at ook het recht om zich niet aan te sluiten bij een vereniging inherent aan de vrijheid van vereniging kan worden geacht (EHRM, Sigurour A. Sigurjónsson t. IJsland, §§ 35 en 37; Sorensen en Rasmussen t. Denemarken, § 54).