« L'intégrant, mentionné à l'article 5, § 1, 1° et 3°, du décret, et l'intégrant, mentionné à l'article 3, § 1, du décret, s'il n'acquiert pa
s de revenus par le biais d'une allocation d'attente, d'une allocation de
chômage, d'une aide sociale ou d'un revenu d'intégration soci
ale, qui exerce une activité professionnelle au moment de l'établissement du contrat d'intégration civique, mentionné à l'article 10, § 4, peut faire appel aux
...[+++] dispositions, mentionnées aux articles 3, § 6 et 5, § 5, du décret, selon le cas, s'il est en mesure de prouver à la signature du contrat d'intégration civique, et ensuite tous les trois mois, qu'il exerce une activité professionnelle.« De inburgeraar, vermeld in artikel 5, § 1, 1° en 3°, van het decreet, en de inburgeraar, vermeld in artikel 3, § 1, van het decreet,
als hij geen inkomsten verwerft via een wachtuitkering, een werkloosheidsuitkering, maatschappelijke dienstverlening of een leefloon, die beroepsmatig werkzaam is op het ogenblik dat het inburgeringscontract, vermeld in artikel, 10, § 4, wordt opgemaakt, kan een beroep doen op de bepalingen, vermeld in artikel 3, § 6, en artikel 5, § 5, van het decreet, naargelang het geval, als hij bij ondertekening van het inburgeringscontract, en vervolgens om de drie maanden, kan bewijzen dat hij beroepsmatig werkzaam
...[+++] is.