Art. 151. Pour l'application de l'article 150, la valeur vénale des biens meubles ou immeubles cédés, dont l'usager ou la personne avec laquelle il forme un ménage, était propriétaire ou usufruitier en indivision, est multipliée par la fraction qui exprime l'importance des droits de l'usager ou de la personne avec laquelle il forme un ménage.
Art. 151. Voor de toepassing van artikel 150 wordt de verkoopwaarde van de afgestane roerende of onroerende goederen, waarvan de gebruiker of, de persoon met wie hij een gezin vormt, eigenaar of vruchtgebruiker in onverdeeldheid was, vermenigvuldigd met de breuk die de belangrijkheid van de rechten van de gebruiker of, de persoon met wie hij een gezin vormt, uitdrukt.