Sont admis en exonération, sous réserve des articles 18, 19 et 20, les biens personnels recueillis, soit par voie de succession légale, soit par voie de succession testamentaire, par une personne physique ayant sa résidence normale dans la Communauté.
Behoudens het bepaalde in de artikelen 18, 19 en 20 wordt vrijstelling verleend voor de persoonlijke goederen die door een natuurlijke persoon die zijn normale verblijfplaats in de Gemeenschap heeft, door erfopvolging bij versterf, of door erfopvolging bij testament zijn verkregen.