« Art. 131 bis. Lorsqu'elle examine un dossier auquel figure un procès-verbal non classifié visé à l'article 19/1 de la loi du 30 novembre 1998 organique des services de renseignement et de sécurité, la chambre du conseil peut, soit d'office, soit sur réquisition du ministère public, soit à la demande du prévenu, de la partie civile ou de leurs avocats, demander au Comité permanent R un avis écrit sur la légalité de la méthode de recueil de données.
« Art. 131 bis. Wanneer de raadkamer een dossier onderzoekt dat een niet geclassificeerd proces-verbaal bevat als bedoeld in artikel 19/1 van de wet van30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, kan zij, hetzij ambtshalve, hetzij op vordering van het openbaar ministerie, hetzij op verzoek van de beklaagde, de burgerlijke partij of hun advocaten, het Vast Comité I een schriftelijk advies vragen over de wettigheid van de methode voor de verzameling van gegevens.