Vertaling van "bonifications d'ancienneté prévues " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

bonification d'ancienneté d'échelon
salarisanciënniteit

bonification d'ancienneté
verbetering van anciënniteit

bonification d'ancienneté
anciënniteitsbijslag

bonification d'ancienneté pécuniaire
geldelijke anciënniteitsbonificatie

bonification d'ancienneté d'échelle de traitement
loonschaalanciënniteitsbonificatie

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Art. 189. Les bonifications d'ancienneté prévues par la loi du 14 février 1955 et par l'arrêté royal n° 6 du 21 janvier 1957, sont accordées au membre du personnel, conformément à la réglementation relative à la situation pécuniaire des invalides de guerre régis par le statut pécuniaire du personnel des ministères.
Art. 189. De anciënniteitsbijslag bepaald bij de wet van 14 februari 1955 en bij het koninklijk besluit nr. 6 van 21 januari 1957 wordt aan het personeelslid verleend overeenkomstig de regels betreffende de geldelijke toestand van de oorlogsinvaliden die onder de bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries vallen.

Article 1. Dans les dispositions indiquées ci-dessous de l'arrêté royal du 22 avril 1952 relatif aux bonifications d'ancienneté prévues par l'article 13 de la loi des 3 août 1919 et 27 mai 1947, par la loi du 14 février 1955 et par l'arrêté royal n° 6 du 21 janvier 1957, modifié par les arrêtés royaux des 16 février 1953, 2 février 1959, 22 juillet 1964, 5 février 1965, 15 février 1967, 2 juin 1970, 29 juin 1973, 4 janvier 1974, 13 décembre 1989, 21 mars 1990, 7 août 1991, 20 octobre 1992 et 20 juillet 2000, les montants figurant dans la deuxième colonne du tableau suivant sont remplacés par les montants figurant dans la troisième colonne du même tableau :
Artikel 1. In de hierna vermelde bepalingen van het koninklijk besluit van 22 april 1952 betreffende de anciënniteitsbijslag bepaald bij artikel 13 van de wet van 3 augustus 1919 en 27 mei 1947, bij de wet van 14 februari 1955 en bij het koninklijk besluit nr. 6 van 21 januari 1957, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 februari 1953, 2 februari 1959, 22 juli 1964, 5 februari 1965, 15 februari 1967, 2 juni 1970, 29 juni 1973, 4 januari 1974, 13 december 1989, 21 maart 1990, 7 augustus 1991, 20 oktober 1992 en 20 juli 2000, worden de bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de bedragen die voorkomen in de derde kolom van dezelfde tabel :

Vu l'arrêté royal du 22 avril 1952 relatif aux bonifications d'ancienneté prévues par l'article 13 de la loi des 3 août 1919 et 27 mai 1947, par la loi du 14 février 1955 et par l'arrêté royal n° 6 du 21 janvier 1957, notamment les articles 8, 10, 11 et 11bis, modifié par les arrêtés royaux des 16 février 1953, 2 février 1959, 22 juillet 1964, 5 février 1965, 15 février 1967, 2 juin 1970, 29 juin 1973, 4 janvier 1974, 13 décembre 1989, 21 mars 1990, 7 août 1991, 20 octobre 1992 et 20 juillet 2000;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 april 1952 betreffende de anciënniteitsbijslag bepaald bij artikel 13 van de wet van 3 augustus 1919 en 27 mei 1947, bij de wet van 14 februari 1955 en bij het koninklijk besluit nr. 6 van 21 januari 1957, inzonderheid op de artikelen 8, 10, 11 en 11bis, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 februari 1953, 2 februari 1959, 22 juli 1964, 5 februari 1965, 15 februari 1967, 2 juni 1970, 29 juni 1973, 4 januari 1974, 13 december 1989, 21 maart 1990, 7 augustus 1991, 20 oktober 1992 en 20 juli 2000;

9 JANVIER 2002. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 22 avril 1952 relatif aux bonifications d'ancienneté prévues par l'article 13 de la loi des 3 août 1919 et 27 mai 1947, par la loi du 14 février 1955 et par l'arrêté royal n° 6 du 21 janvier 1957
9 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 april 1952 betreffende de anciënniteitsbijslag bepaald bij artikel 13 van de wet van 3 augustus 1919 en 27 mei 1947, bij de wet van 14 februari 1955 en bij het koninklijk besluit nr. 6 van 21 januari 1957

2° la bonification d'ancienneté accordée en application de l'arrêté royal du 22 avril 1952 relatif aux bonifications d'ancienneté prévues par l'article 13 de la loi des 3 août 1919 et 27 mai 1947, par la loi du 14 février 1955 et par l'arrêté royal n° 6 du 21 janvier 1957;
2° de anciënniteitsbijslag toegekend met toepassing van het koninklijk besluit van 22 april 1952 betreffende de anciënniteitsbijslag bepaald bij artikel 13 van de wet van 3 augustus 1919 en 27 mei 1947, bij de wet van 14 februari 1955 en bij het koninklijk besluit nr. 6 van 21 januari 1957;