L'amendement vise à créer un droit d'audition pour tous les jeunes qui ont atteint l'âge de verbalisation, c'est-à-dire, comme le prévoit l'article 12 de la Convention ONU relative aux droits de l'enfant, l'âge auquel le jeune est capable d'émettre une opinion que ce soit avec discernement ou non.
Het amendement wil een hoorrecht invoeren voor alle jongeren die de leeftijd bereikt hebben waarop zij hun mening onder woorden kunnen brengen, of, als bepaald in artikel 12 van het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind, de leeftijd waarop jongeren in staat zijn hun mening te uiten, ongeacht of ze blijk geven van onderscheidingsvermogen.