De cette façon, il est précisé que tous les investissements prévus aux points 17° et 18° sont admissibles à un financement dans le cadre des prêts-citoyens thématiques, et ce, pour les indépendants personnes physiques et entreprises, pour autant que ces derniers répondent aux critères de P.M.E. prévus à l'article 15, § 1 du Code des sociétés.
Op deze manier wordt verduidelijkt dat al de investeringen vastgesteld in de punten 17° en 18° in aanmerking komen voor financiering in het kader van de thematische volksleningen, en dit voor zelfstandigen natuurlijke personen en vennootschappen, voor zover deze laatsten beantwoorden aan de K.M.O.-criteria vastgesteld in artikel 15, § 1 van het Wetboek van Vennootschappen.