28. souligne que l'un des principaux objectifs de la politique euro-méditerranéenne est de promouvoir l'État de droit, la démocratie, le respect des droits de l'homme et le pluralisme politique et observe que des violations très graves persistent; réaffirme l'importance de la promotion des droits de l'homme et de l'État de droit; souhaite que soient évalués les résultats obtenus jusqu'à présent et l'adéquation des instruments m
is en place dans le cadre du partenariat; invite instamment la Commission à déf
inir des critères d'éligibilité précis ...[+++] pour ces instruments, y compris par rapport à d'autres organisations internationales telles que le Conseil de l'Europe, et à mettre en place un système efficace de contrôle de leur mise en œuvre; invite, à cet égard, toutes les parties intéressées par l'initiative à favoriser et approfondir le respect de la liberté religieuse de tous, en particulier de leurs minorités religieuses respectives; préconise l'élaboration d'un cadre politico-institutionnel commun permettant de valoriser la dimension de la réciprocité, tant au niveaude la détermination des problèmes qu'à celui de la recherche de solutions communes;
28. wijst erop dat een van de belangrijkste doelstellingen van het Euromediterrane beleid bestaat in de bevordering van de rechtsstaat, democratie, eerbiediging van de mensenrechten en politiek pluralisme en stelt vast dat er nog steeds zeer ernstige schendingen daarvan plaatsvinden; benadrukt opnieuw het belang van de bescherming van de mensenrechten en de rechtsstaat; dringt aan op een evaluatie van hetgeen tot dusverre bereikt is en op de aanpassing van de binnen het partnerschap toegepaste instrumenten; roept de Commissie ertoe op om precieze criteria voor de inzetbaarheid van die instrumenten te definiëren, ook
met betrekking tot andere internationale orga ...[+++]nisaties zoals de Raad van Europa, en om een doeltreffend systeem voor de controle van de tenuitvoerlegging ervan in te voeren; verzoekt in dit verband alle betrokken partijen om de eerbiediging van de godsdienstvrijheid, de gewetensvrijheid en de rechten van minderheden te verdiepen en uit te dragen; wenst dat gezamenlijk een institutioneel kader wordt afgebakend dat grotere wederzijdse samenwerking vergemakkelijkt zowel bij het opsporen van de problemen als bij het zoeken naar gemeenschappelijke oplossingen;