La loi du 25 avril 2014 portant des dispositions diverses en matière de sécurité sociale remplace l'ancienne présomption de l'article 3, § 1er, al. 4 de l'arrêté royal n°38 concernant l'assujettissement des mandataires de sociétés par une présomption d'assujettissement et une présomption de localisation de l'activité en Belgique. L'article 3, § 2 habilite le Roi à déterminer la manière dont ces présomptions peuvent être renversées.
Bij de wet van 25 april 2014 houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid wordt het vroegere vermoeden in artikel 3, § 1, vierde lid van het koninklijk besluit nr. 38 met betrekking tot de onderwerping van mandatarissen van verenigingen of vennootschappen vervangen door de bepaling dat deze mandatarissen op weerlegbare wijze geacht worden een zelfstandige beroepsbezigheid uit te oefenen, en dat de zelfstandige beroepsbezigheid als mandataris op weerlegbare wijze geacht wordt plaats te vinden in België Bij artikel 3, § 2 wordt de Koning gemachtigd de wijze waarop de vermoedens kunnen worden weerlegd, vast te stellen.