« Sans préjudice de l'article 138, alinéas 3 et 4, le procureur général près la cour d'appel exerce, sous l'autorité du ministre de la Justice et à l'intervention du ministre qui a le Travail dans ses attributions, pour les matières qui sont de la compétence des juridictions du travail, toutes les fonctions du ministère public près la cour d'appel, la cour du travail et les cours d'assises de son ressort».
« Onverminderd de bepalingen van artikel 138, derde en vierde lid, voert de procureur-generaal bij het hof van beroep onder het gezag van de minister van Justitie en door toedoen van de minister die de Arbeid in zijn bevoegdheid heeft, voor de aangelegenheden die behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten, alle opdrachten van het openbaar ministerie uit bij het hof van beroep, het arbeidshof en de hoven van assisen van zijn rechtsgebied».