9. déplore que le CDH ne soit pas parvenu à traiter de manière suffisamment rapide d'autres situations de violation grave des droits de l'homme; invite les États membres de l'Union européenne à condamner les violations des droits de l'homme et à promouvoir activement la création de mécanismes dédiés du CDH pour faire face aux crises des droits de l'homme en Afghanistan, en Guinée-Conakry, en Iran, au Yémen, en Iraq et au Sahara occidental; soutient que le mandat de l'ONU comprend la surveillance de la situation des droits de l'homme au Sahara occidental;
9. betreurt het feit dat de UNHCR niet in staat is geweest tijdig andere mensenrechtensituaties aan te pakken; roept de lidstaten van de EU op mensenrechtenschendingen te veroordelen en actief te pleiten voor de oprichting van speciale UNHCR-mechanismen voor de mensenrechtencrises in Afghanistan, Guinee-Conakry, Iran, Jemen, Irak en de westelijke Sahara; herhaalt zijn standpunt dat het VN-mandaat ook betrekking moet hebben op toezicht op de mensenrechtensituatie in de westelijke Sahara;