Il est également précisé à l'article 3, § 2, 4°, que l'ancienneté qui doit être de trois ans minimum, se calculera à dater de la nomination définitive en qualité d'agent auxiliaire de police au sein de la commune, ceci afin d'affirmer encore plus clairement la finalité de cette disposition qui est l'uniformisation.
Er wordt in artikel 3, § 2, 4°, eveneens gepreciseerd dat de anciënniteit die ten minste 3 jaar moet bedragen, moet berekend worden vanaf de vaste benoeming als hulpagent van politie in de gemeente, dit om nog duidelijker de bedoeling van deze bepaling te bevestigen : zijnde de uniformering.