Cette disposition n'oblige pas les Etats parties à la Convention à organiser un enseignement sous une forme ou à un niveau déterminés mais leur impose l'obligation de garantir le droit d'accès aux établissements scolaires existants et elle ne fait pas obstacle à une réglementation qui respecte le principe d'égalité (CEDH, 23 juillet 1968, Affaire « relative à certains aspects du régime linguistique de l'enseignement en Belgique »; voy. également CEDH, 21 juin 2011, Ponomaryovi c. Bulgarie, § 49).
Die bepaling verplicht de verdragspartijen niet om onderwijs in een bepaalde vorm of op een bepaald niveau in te richten, maar legt hun de verplichting op om een recht van toegang tot de bestaande onderwijsinstellingen te waarborgen en staat een reglementering die het gelijkheidsbeginsel in acht neemt niet in de weg (EHRM, 23 juli 1968, zaak « betreffende sommige aspecten van de taalregeling in het Belgische onderwijs »; zie eveneens EHRM, 21 juni 2011, Ponomaryovi t. Bulgarije, § 49).