Art. 23. Les sous-officiers de l'Armée
belge, les anciens agents de la Régie des transports maritimes et les agents revêtus d'un
des grades d'agent pénitentiaire, d'assistant pénitentiaire adjoint, d'assistant technique adjoint, d'assistant pénitentiaire, d'assistant technique, d'assistant pénitentiaire en chef et d'assistant technique en chef, nommés dans un des grades mentionnés à l'article 3 du présent arrêté, conservent l'avantage de leur dernière échelle de traitement jusqu'au moment où ils obtiennent dans l'échelle de traitemen
...[+++]t liée à leur nouveau grade, un traitement au moins égal à celle-ci.
Art. 23. De onderofficieren van de Belgische Krijgsmacht, de gewezen ambtenaren van de Regie voor maritiem transport, en de ambtenaren bekleed met één van de graden van penitentiair beambte, kwartierchef, adjunct-penitentiair assistent, adjunct-technisch assistent, penitentiair assistent, technisch assistent, hoofdpenitentiair assistent, hoofdtechnisch assistent, benoemd tot één van de graden vermeld in artikel 3 van dit besluit, behouden het voordeel van hun laaatste weddenschaal tot wanneer ze in de weddenschaal verbonden aan hun nieuwe graad en wedde bekomen die ten minste daaraan gelijk is.