71. salue la décision du Conseil de mener la mission EUFOR-Libye en vue de soutenir les opérations d'aide humanitaire si le BCAH en fait la demande; déplore toutefois le fait que le retard considérable accusé par le processus de planification empêche un déploiement rapide sur le terrain; regrette vivement que le mandat de l'EUFOR ait été limité aux aspects humanitaires alors qu'il aurait été pleinement justifié que l'UE joue un rôle de premier plan en matière de surveillance mar
itime (respect de l'embargo et assistance à Frontex) et d'aide humanitaire et de protection des civils en Libye; rappelle à cet égard la résolution du 10 mars
...[+++]2011 appelant la VP/HR à étudier la possibilité de faire respecter l'embargo en utilisant les moyens aériens et navals de la PSDC; déplore la décision de certains États membres de s'opposer à l'élargissement du mandat de la mission EUFOR-Libye tout en menant des opérations de leur côté; demande que l'on commence à étudier la possibilité d'une opération PSDC à moyen et long terme en Libye dans les domaines de la réforme du secteur de la sécurité, du renforcement institutionnel et de la gestion des frontières; 71. is tevreden met het besluit van de Raad om operatie EUFOR Libië uit te voeren ter ondersteuning van humanitaire-hulpoperaties, als hierom door het VN-Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenhed
en wordt verzocht; betreurt evenwel het fe
it dat aanzienlijke vertraging is opgelopen bij het planningsproces, zodat geen snelle ontplooiing op het terrein mogelijk zal zijn; betreurt ten zeerste het feit dat het mandaat van EUFOR beperkt is gebleven tot humanitaire aspecten, hoewel er voldoende reden bestond om de EU het voortouw te laten nemen bij de maritieme controle
(handhavin ...[+++]g van het embargo en assistentie aan Frontex) en bij humanitaire hulp aan en bescherming van de burgers van Libië; herinnert in verband hiermee aan zijn resolutie van 10 maart 2011, waar het de HV/VV verzocht de mogelijkheid te onderzoeken het embargo te bekrachtigen door gebruik te maken van luchtmacht- en marinefaciliteiten van het GVDB; betreurt het besluit van sommige lidstaten om tegen een ruimer mandaat voor EUFOR Libië hun veto te stellen en tegelijk soortgelijke operaties uit te voeren in hun eentje; vraagt dat een begin wordt gemaakt met de planning van een eventuele GVDB-operatie in Libië op middellange tot lange termijn op het gebied van de hevorming van de veiligheidssector, institutionele opbouw en grensbeheer;