Par dérogation aux obligations en matière de certification zoosanitaire prévues aux articles 208 et 209, les États membres peuvent accorder des dérogations pour les mouvements de certains envois d’animaux aquatiques sans certificat zoosanitaire sur leur territoire, pour autant qu’ils disposent d’un autre système garantissant la traçabilité de ces envois et leur conformité aux exigences zoosanitaires applicables à de tels mouvements prévues aux sections 1 à 5.
In afwijking van de voorschriften voor diergezondheidscertificering van de artikelen 208 en 209 kunnen de lidstaten afwijkingen toestaan voor verplaatsingen binnen hun grondgebied van bepaalde zendingen waterdieren zonder diergezondheidscertificaat, op voorwaarde dat zij beschikken over een alternatief systeem om te waarborgen dat dergelijke zendingen traceerbaar zijn en voldoen aan de diergezondheidsvoorschriften voor dergelijke verplaatsingen zoals bedoeld in de afdelingen 1 tot en met 5.