Le citoyen désireux d'attaquer la loi antinégationniste du 23 mars 1995 devant la Cour d'arbitrage ne devrait donc plus le faire sur la base d'une violation supposée des articles 10, 11 et 24 de la Constitution, mais sur celle d'une violation de la liberté d'expression garantie par l'article 10 de la CEDH.
De burger die de anti-negationismewet van 23 maart 1995 voor het Arbitragehof wenst aan te vechten, zou dit dus niet meer hoeven te doen op grond van een vermeende schending van de artikelen 10, 11 en 24 van de Grondwet, maar op grond van een schending van de door artikel 10 EVRM gewaarborgde vrijheid van meningsuiting.